Toelating van additieven

Additieven toevoegen aan voedingsmiddelen is verboden, tenzij een additief toegelaten wordt. Het additief krijgt in de Europese Unie dan een E-nummer en kan gebruikt worden in voedingsmiddelen. Vaak wordt er een limiet gesteld aan hoeveel van het additief in het voedingsmiddel mag komen.
Maar hoe gaat zo een toelating nou in zijn werk?

Definitie van een additief

Volgens de wet is een additief het volgende: “Elke stof met of zonder voedingswaarde die op zichzelf gewoonlijk niet als voedsel wordt geconsumeerd en gewoonlijk niet als kenmerkend voedselingrediënt wordt gebruikt, en die om technische redenen bij het vervaardigen, verwerken, bereiden, behandelen, verpakken, vervoeren of opslaan van levensmiddelen bewust aan deze levensmiddelen wordt toegevoegd, met als gevolg of redelijkerwijs te verwachten gevolg dat de stof zelf dan wel de derivaten ervan, direct of indirect, een bestanddeel van die levensmiddelen worden”. Een stof die voldoet aan deze definitie moet dus gecontroleerd en goedgekeurd worden voordat het toegevoegd mag worden aan levensmiddelen.

De wet geeft het kader

Toelatingscriteria

Levensmiddelenadditieven mogen alleen worden toegelaten:

  • indien er voldoende technische noodzaak kan worden aangetoond en het nagestreefde doel niet met andere economisch en technisch bruikbare methoden kan worden bereikt
  • indien deze in de voorgestelde hoeveelheden geen enkel gevaar voor de gezondheid van de consument kunnen opleveren, voor zover dit op grond van de beschikbare wetenschappelijke gegevens kan worden beoordeeld
  • indien het gebruik ervan de consument niet misleidt

Wetenschappelijk onderzoek

Door middel van wetenschappelijk onderzoek moet worden vastgesteld of een additief geen gevaar voor de gezondheid van de consument zal opleveren. Hierbij wordt rekening gehouden met de dosis van het additief; de giftigheid van een stof hangt altijd af van zijn dosis. Immers, een grote hoeveelheid zout opeten, liters water drinken of andere grote hoeveelheden van een normale stof gebruiken is ook dodelijk.
De wetenschappelijke testen worden uitgevoerd op proefdieren en later ook op proefpersonen.

De EFSA, European Food Safety Authority, evalueert wetenschappelijke onderzoeken en adviseert de EU over het wel of niet toelaten van een additief. Meer weten over dit instituut, lees dan mijn pagina over de EFSA.

Onderzoek naar de bloeddruk van een proefpersoon

Toelatingsprocedure voor e-nummers

Wanneer alle wetenschappelijke feiten achterhaald zijn, voor zover dat mogelijk is, kan een keuze gemaakt worden voor het toelaten van de additieven. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in verschillende categorieën levensmiddelen. Voedingsmiddelen worden in enkele categorieën ingedeeld, waarbij elke categorie een beperkt aantal toegelaten additieven heeft. Babyvoeding, honing, brood en specerijen mogen bijvoorbeeld geen enkele kleurstof toegevoegd krijgen. Andere types voedingsmiddelen mogen alleen een bepaalde maximale concentratie additieven bevatten, terwijl diezelfde additieven in andere types voedingsmiddelen onbeperkt gebruikt mogen worden.

Geldigheid in verschillende landen

Hoewel de E in E-nummers staat voor de Europse Unie, zijn niet alle E-nummers in alle landen toegestaan. Sommige landen houden er hun eigen regels op na of hebben specifieke additieven verboden terwijl diezelfde additieven in andere landen wel gebruikt worden.

Reageren is niet mogelijk